Genadeloos vervolgd
In de Middeleeuwen en tot in de 19de eeuw leefden wolven in de directe omgeving van mensen. Wild was er toen niet of nauwelijks, maar op afval in en rond de dorpen was het goed leven. In de periode dat er opgroeiende pups waren, volstond het beschikbare voedselaanbod niet meer en werd het menu noodgedwongen aangevuld met schaap, geit, kalf, veulen en bij hoge uitzondering ook mens.
In de 18de en 19de eeuw was het platteland zo intensief geëxploiteerd door landbouwers en jagende adel, dat er nauwelijks nog prooidieren overbleven en wolven zich wel op landbouwvee en huisdieren moesten concentreren, met veel conflicten als resultaat. De dieren werden meedogenloos vervolgd en afgeschoten om te voorkomen dat ze aan de haal zouden gaan met vee of mensen zouden aanvallen. Daardoor ging het snel bergaf met de wolvenpopulatie…
Al in 1743 verdween de wolf uit Groot-Brittannië.
Omstreeks 1800 kwamen wolven nog in redelijke aantallen bij ons voor, maar amper enkele decennia later stierf de wolf ook in België uit. In het begin van de 19de eeuw vormden wolven in de buitenwijken van Brussel nog een serieus probleem, maar al in 1815 waren ze bijna allemaal verdwenen. Afhankelijk van de bron, sneuvelden de laatste Belgische wolven in 1844 in de Ardennen door twee kogels uit het geweer van koning Leopold I, werd de laatste neergelegd in 1868 nabij Merksplas, was het een jachtpartij in 1898 nabij Virton die ons grootste landroofdier definitief de das om deed, of werd de allerlaatste wolf in België pas in 1923 afgeknald nabij Evelette ten oosten van Namen. Feit is alleszins dat de Belgische wolvenpopulatie al in de eerste decennia van de 19de eeuw zo goed als volledig van de kaart werd geveegd, en dat waarnemingen vanaf 1840 uiterst zeldzaam werden.
Hetzelfde verging het de wolf in Nederland. In 1869 werd de laatste wolf bij Schinveld in Zuid-Limburg gezien en mogelijk enkele decennia later, in 1897, nog eentje bij Heeze in de provincie Noord-Brabant. Door intensieve vervolging was de wolf eerder al uit grote delen van Nederland verdwenen.
In het begin van de 19de eeuw was er nog een groot wolvenbestand in Noorwegen en Zweden, maar daarna nam ook daar hun aantal zienderogen af. Een uitbraak van de wolvenpest rond 1840, een sterke bevolkingsgroei en – vanaf 1845 – een Noorse overheidscampagne om wolven uit te roeien, zorgden ervoor dat er in de jaren ‘60 van de vorige eeuw geen wolven meer overbleven in Noorwegen en Zweden.
Finaal werd de Europese wolf teruggedrongen tot het voormalige Oostblok en de gebergtes van Italië, Spanje en Portugal.
Betere tijden
Na jaren van vervolging en achteruitgang is de wolf nu op tal van plaatsen weer in opmars en herovert hij delen van zijn voormalig leefgebied. Sinds 1982 is in de Europese Unie de conventie van Bern van kracht, en sinds de jaren ‘90 ook de Habitatrichtlijn. Samen zorgen die ervoor dat de wolf in Europa een beschermde status geniet als bedreigde diersoort, een stukje biodiversiteit en erfgoed dat we moeten koesteren in plaats van vernietigen.
De Europese wetgeving verbiedt de handel in wolven. Het leefgebied van de wolf dient beschermd te worden en er moeten soortgerichte beheerplannen worden opgesteld. Slechts in uitzonderlijke gevallen is jacht op de wolf toegestaan. Dit kan alleen bij individuele ‘probleemdieren’ of wanneer er sprake is van een bedreiging voor de openbare veiligheid of volksgezondheid.
Toch is het niet alleen de verbeterde wetgeving die ervoor zorgt dat de wolf zijn wederoptreden maakt. Minstens even belangrijk zijn veranderingen in de maatschappij en daarmee samenhangende veranderingen in het landgebruik in grote delen van Europa. Sinds de tweede helft van de vorige eeuw is er in veel landen een plattelandsvlucht, waarbij nogal wat mensen zijn weggetrokken uit het buitengebied, naar de grote steden. Zo zijn de Europese berggebieden al grotendeels door boeren verlaten. Naarmate het buitengebied minder intensief gebruikt werd als gevolg van de plattelandsvlucht, ontstond opnieuw meer ruimte voor echte natuur, en dus ook voor de favoriete prooidieren van de wolf. Ook de jachtdruk door de mens – op zowel de wolf als zijn prooi – nam af, en zo kreeg de wolf terug een klein beetje ademruimte.
Deze kaart toont de ontvolking van het Europese platteland. In de donkergroene regio's daalt het bewonersaantal en raakt het platteland steeds dunner bevolkt. In de rode vlekken, de verstedelijkte gebieden, neemt de bevolkingsdichtheid dan weer toe. In de lichtgroene zones is er een status quo. (Bron: Rewilding Europe)
Cultuurvolger
‘Wolven zijn dag- en schemerdieren, maar door felle bejaging zijn ze er een nachtelijke levenswijze op na gaan houden.’
Maar ook de wolf zélf maakte een veranderingsproces door: waar hij tot voor kort de mens schuwde en teruggetrokken leefde in woeste natuur zoals uitgestrekte wouden en moeilijk toegankelijke gebergtes, heeft hij zich gaandeweg aangepast en gaat hij menselijke aanwezigheid niet langer uit de weg. Steeds vaker vestigen wolven zich in door mensen gedomineerde cultuurlandschappen en profiteren ze van alles wat hun grootste vijand hen – doorgaans ongewild – verschaft. In Zuid- en Oost-Europa leven ze zelfs tot in de steden, zoals in de Roemeense stad Brasov, waar ze ’s nachts op strooptocht gaan langs de vuilnisbakken.
Copyright © 2012 Landschap VZW - Site by Bart Heirweg