Na jaren van vervolging en achteruitgang is de wolf al op tal van plaatsen weer in opmars en herovert hij grote delen van zijn voormalige leefgebied. Sinds 1982 is in de Europese Unie de conventie van Bern van kracht en sinds 1992 ook de Habitatrichtlijn. Samen zorgen die ervoor dat de wolf als bedreigde diersoort een beschermde status geniet. Hij is een stukje biodiversiteit en erfgoed dat we moeten koesteren in plaats van vernietigen.
De Europese wetgeving verbiedt de handel in wolven, het leefgebied van de wolf moet worden beschermd en er moeten soortgerichte beheersplannen worden opgesteld. Slechts in uitzonderlijke gevallen is de jacht op wolven toegestaan. Dat kan alleen bij individuele probleemdieren of wanneer er sprake is van een bedreiging voor de openbare veiligheid of de volksgezondheid.

Niet alleen de verbeterde wetgeving zorgt ervoor dat de wolf zijn wederoptreden maakt. Minstens even belangrijk zijn veranderingen in de maatschappij en daarmee samenhangende veranderingen in het landgebruik in grote delen van Europa. Sinds de tweede helft van de vorige eeuw vindt in veel landen een plattelandsvlucht plaats, waarbij heel veel mensen – vooral jongeren – van het buitengebied naar de grote steden trekken. Zo hebben boeren de Europese berggebieden grotendeels verlaten.
Niet alleen de berggebieden worden verlaten. Je hoeft maar naar Noord-Frankrijk te reizen om streken tegen te komen die volledig ontvolken. In veel Europese landen is het op het platteland vaak erbarmelijk gesteld met internet en mobiele telefonie. Jongeren die tijdens hun studententijd gewend raakten aan het bruisende stadsleven en degelijk internet, denken wel twee keer na voor ze terugkeren naar dorpen waar de gemiddelde leeftijd rond de 70 jaar ligt en waar een postduif nog altijd sneller is dan het internet.

Vroeger stonden hele dorpen te wroeten om bospercelen om te zetten in vruchtbaar akkerland. Mensen groeven zich te pletter om moerassen te draineren en zo zelfs die vijandige gronden te exploiteren. Daar is nu geen animo meer voor. De landbouw zet tegenwoordig in op grootschaligheid. Het boerenbedrijf is veel arbeidsextensiever geworden en maakt gebruik van de modernste machines. Miljoenen hectaren minder geschikte landbouwgronden blijven daarbij braak liggen – vaak gaat het om arme of rotsige bodems of om gronden die sterk hellen.
Naarmate het buitengebied ten gevolge van de plattelandsvlucht minder intensief wordt gebruikt, ontstaat opnieuw meer ruimte voor echte natuur – en dus ook voor de favoriete prooidieren van de wolf. Ook de jachtdruk door de mens neemt af – zowel op de wolf zelf als op zijn prooien.
Zo krijgt de wolf weer een klein beetje ademruimte.

Ook de wolf zelf maakte een verandering door. Tot voor kort schuwde hij de mens en leefde hij teruggetrokken in de woeste natuur, zoals in uitgestrekte wouden en moeilijk toegankelijke gebergtes. Maar gaandeweg paste hij zich aan en ging hij menselijke aanwezigheid niet langer uit de weg. Steeds vaker vestigen wolven zich in door mensen gedomineerde cultuurlandschappen en profiteren ze van alles wat hun grootste vijand hen – doorgaans ongewild – verschaft. In Zuid- en Oost-Europa leven wolven zelfs tot in de steden.