Europa – Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne niet meegerekend – herbergt momenteel opnieuw 14.000 tot 16.000 wolven, verspreid over een gebied van ongeveer 800.000 vierkante kilometer in 29 landen. Daarvan leven er zeker 12.000 wolven binnen de Europese Unie. Zij genieten in principe wettelijke bescherming volgens de Habitatrichtlijn. In sommige Zuid- en Oost-Europese lidstaten is een minder strikt beschermingsregime van kracht, omdat bejaging door een achterpoortje in de Europese wetgeving in principe niet strikt verboden is.

Op dit ogenblik zijn er verschillende deelpopulaties die door eeuwenlange vervolging van elkaar gescheiden raakten. Daardoor gingen ze genetisch verschillen. Dankzij de zwerflust van jongvolwassen wolven groeien die deelpopulaties nu langzaam maar zeker naar elkaar toe en uiteindelijk zullen ze versmelten: er zal weer genetische uitwisseling plaatsvinden. Voorlopig zijn de breuklijnen wel nog voldoende aanwezig om 9 deelpopulaties te onderscheiden.

Scandinavië
De Scandinavische populatie bestaat uit ongeveer 430 wolven, waarvan het grootste deel in Zweden en het grensgebied met Noorwegen leeft. Die populatie is sterk geïsoleerd en kwetsbaar door inteelt.
Karelië
Ook de populatie van Finland is genetisch verarmd, onder meer ten gevolge van een ineenstorting van de populatie in 2006. Vandaag wordt ze geschat op amper 150 à 180 dieren.
Balticum
De Baltische populatie bevindt zich in Estland, Letland, Litouwen en het oosten van Polen. Ze bestaat momenteel uit 900 tot 1.400 wolven. Die populatie was in de jaren 80 bijna uitgestorven, wat zich onmiddellijk vertaalde in genetische verarming. Toch is het genetisch gezien nog altijd de meest diverse populatie van Europa. Het aangrenzende Wit‐Rusland herbergt een flinke populatie van maximaal 1.800 wolven, hoewel de aantallen daar in het voorjaar veel lager zijn door bejaging.

Centraal-Europees laagland
Die populatie is verdeeld over het westen van Polen en het oosten en noorden van Duitsland, met inmiddels ook al gevestigde roedels, wolvenparen en solitaire dieren in Denemarken, Nederland en België en zwervers tot in het Groothertogdom Luxemburg en Tsjechië. Stilaan gaat het over bijna 1.000 dieren. De populatie werd omstreeks 1998 in de Duitse regio Lausitz gesticht door een handvol dieren die afkomstig waren uit Oost-Polen. Hoewel de nieuwe populatie snel groeit, is ze genetisch verarmd ten opzichte van de Baltische populatie.
Apennijnen
Na de bijna-uitroeiing in de vorige eeuw komt de wolf opnieuw voor in alle bergachtige gebieden van Italië. De populatie van de Apennijnen bestaat momenteel uit ongeveer 1.200 tot 1.700 dieren. Er worden drie deelpopulaties onderscheiden met beperkte genetische uitwisseling. De Apennijnenpopulatie verschilt genetisch duidelijk van alle andere Europese populaties.
Alpen
Vanaf 1980 herstelde de Italiaanse populatie zich langzaam, waarna wolven de Alpen heroverden. In 1992 dook een eerste wolf op in de Franse Alpen en sindsdien breiden de aantallen er zich gestaag uit, met ongeveer 580 individuen in 2020. Sinds enige jaren wordt in de Franse Alpen helaas ook opnieuw een zeker afschot toegelaten. Het areaal neemt nog altijd toe naar het noorden en het westen van Frankrijk, waarbij wolven ook de oostelijke Pyreneeën bereikten en de Spaanse grens overstaken. Sinds 2013 plant de wolf zich in Frankrijk ook buiten de Alpen voort, zelfs in departementen die grenzen aan België. Verder komt een tiental dieren van Italiaanse oorsprong voor in Zwitserland en Oostenrijk.
Karpaten
De Karpaten strekken zich vanaf het oosten van Tsjechië uit over Zuidoost‐Polen, Slowakije, Hongarije, West‐Oekraïne en Roemenië. Ze herbergen een van de grootste aaneengesloten populaties van de Europese wolf, met naar schatting bijna 4.000 individuen. Ongeveer 70 % daarvan leeft in Roemenië. Oekraïne kent daarnaast nog een grote wolvenpopulatie in het noorden, vooral in de compleet ontvolkte regio rond Tsjernobyl.
Balkan
In de Balkan leven ongeveer 4.000 wolven. De populatie kent via de Dinarische Alpen een noordelijke expansie naar de oostelijke Alpen, waar ze zich vermengt met de Italiaanse populatie.
Iberië
De Iberische populatie omvat 2.200 tot 3.300 dieren. Ze beslaat vooral het noorden van Portugal en het noordwesten van Spanje, maar wolven kwamen ooit voor over het hele Iberische schiereiland. Na een historisch dieptepunt in 1970 breidt de Iberische wolf zijn leefgebied stilaan weer uit naar het zuiden en het oosten. De opleving lijkt echter niet weggelegd voor een kleine relictpopulatie in Andalusië, die geïsoleerd raakte en nu op de rand van uitsterven staat.
In veel wolvenliteratuur wordt de Iberische wolf beschreven als een ondersoort van de Europese wolf. Hij onderscheidt zich niet alleen door zijn kleiner formaat en een lichtjes ander vachtpatroon, hij is vooral ook veel minder zwerflustig dan de andere Europese wolven. De Iberische wolven lijken vast van plan om nooit de Pyreneeën over te steken.