Het jaar van de welpen – deel 1
Aan het begin van 2019 deed zich een beetje een onheuse situatie voor. In Nederland, dat al sinds 2015 met enige regelmaat wolven op bezoek kreeg vanuit Duitsland, waren eindelijk twee wolvinnen gesetteld, allebei op de Veluwe. Maar van een wolvenpaar, laat staan een roedel, was nog geen sprake.
Vlaanderen kreeg pas drie jaar later zijn eerste wolf over de vloer, maar daar was het meteen raak. Wolvin Naya en wolf August troffen volop voorbereidingen voor een eerste nestje. Februari is paartijd in wolvenland en het gevolg liet zich perfect voorspellen: ergens tussen half april en half mei zouden er kleine welpen verschijnen. Dat betekende dat we tegen oktober een volwaardige roedel zouden hebben in onze regio.
Net toen de Nederlanders de hoop hadden opgegeven om Vlaanderen nog bij te benen, verscheen de wolvin op de Noord-Veluwe voor een wildcamera met een reu aan haar zijde. De twee konden het duidelijk goed met elkaar vinden. Zou het dan toch? Het was inmiddels eind februari en het was maar de vraag of de twee elkaar op tijd hadden ontmoet om dit jaar nog voor nageslacht te zorgen.

Twee maanden later was er meer duidelijkheid: zowel de wolvin op de Noord-Veluwe als wolvin Naya in Belgisch Limburg waren zwanger.
Op de Veluwe werden 5 welpen geboren, waarvan er nooit meer dan 3 samen voor de wildcamera verschenen. Hun ontwikkeling verliep voorspoedig, alles ging volgens het boekje. Een paar wandelaars en natuurfotografen maakten beelden van hun close encounters met de wolvenfamilie. Dat was telkens een bevestiging dat het goed met hen ging.
In Belgisch Limburg werd Naya op 10 mei 2019 door een wildcamera van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek gefotografeerd met een hoogzwangere buik. Kort daarna beviel ze van een onbekend aantal welpen.
In de weken die volgden, werd August meerdere keren op camera vastgelegd met een volle maag en zelfs een paar keer met een prooi in zijn muil. Telkens liep hij in dezelfde richting: die van het nest. Hij was de enige kostwinner en zorgde voor zijn gezin. Terwijl Naya de welpen warm hield, zoogde en beschermde, ging de reu op jacht om voedsel te vergaren dat hij vervolgens netjes opbraakte bij het nest, zodat Naya te eten had.

Uit de looprichting van de mannetjeswolf voor verschillende camera’s kon de positie van het nest bij benadering worden afgeleid. Naya had haar nest in het militair schietterrein, in de verboden zone, waar op papier geen jacht was toegestaan. De Vlaamse overheid koos ervoor om niet te dicht in de buurt te komen en een totale radiostilte te respecteren.
Helaas zou niemand de welpen ooit te zien krijgen, want eind mei of begin juni 2019 werd Naya vermoord door een taskforce van lokale jagers. De welpen, die toen amper twee à drie weken oud waren, ondergingen hetzelfde lot of stierven van ontbering. Zelfs als ze nog hadden geleefd, kon August niets voor hen betekenen, want op hun leeftijd waren ze nog helemaal aangewezen op moedermelk.

Publieke verontwaardiging over een laffe moord
Dat Naya vanaf midden mei niet meer was verschenen op de wildcamera’s in de buurt van de nestsite, was perfect normaal. Een wolvin met kleine welpen blijft de eerste weken immers dicht bij haar kroost en maakt geen grote uitstappen. Maar toen Naya in de loop van juni nog altijd niet boven water was gekomen, begonnen de eerste knipperlichten te branden.
Maar de zomervakantie brak aan en het was al snel midden augustus vooraleer de meeste vakanties afliepen. Toen pas raakte de Natuurinspectie Oost van het Agentschap voor Natuur en Bos betrokken bij de inmiddels onrustwekkende verdwijning van Naya. Er was ook een anonieme tip binnengekomen. Het werd pijnlijk duidelijk dat er stront aan de knikker was. De hoop op een goede afloop slonk met de dag.
De Natuurinspectie voerde een gericht onderzoek in de verboden zone van Kamp Beverlo. In het gebied van de nestsite betrapten de natuurinspecteurs op korte tijd 3 verschillende leden van Wildbeheereenheid De Zandhaas op heterdaad op daden van stroperij. Ze vonden stroppen bij een illegale voederplek voor wilde zwijnen. Toen de federale gerechtelijke politie een drone inzette om het immense militair domein te screenen, werden in de verboden zone twee jagers met een terreinvoertuig en geladen jachtgeweren betrapt. Ze waren zowel letterlijk als figuurlijk een beetje te ver gegaan. Prompt werd hun vergunning ingetrokken.
Eind september concludeerde het Agentschap voor Natuur en Bos officieel dat Naya niet meer in leven was en dat ze was gedood door ‘professionals’ – het woord jager durfden ze niet in de mond te nemen. Er ging een golf van verontwaardiging door Vlaanderen. Tv-presentator Chris Dusauchoit wist het kernachtig te omschrijven in een krantencolumn: “Naya was van iedereen”. Inderdaad, heel Vlaanderen had de moeder van de eerste Vlaamse wolvenwelpen in het hart gesloten.
Er stak een storm van protest op en de jachtsector was kop van jut. Bij de Hubertus Vereniging Vlaanderen, de belangenvereniging van de Vlaamse jagers, dachten ze dat de storm wel weer zou overwaaien. Even low profile blijven en daarna weer demarreren, leken ze daar te denken.
De storm waaide niet over.
Spontaan meldden zich bij Landschap vzw en Welkom Wolf mensen die op het militair domein getuige waren geweest van onregelmatigheden en belangrijke feiten. Anderen kwamen pas met hun verhaal nadat Vogelbescherming Vlaanderen, Animal Rights en Natuurhulpcentrum Oudsbergen samen een premie van 30.000 euro hadden uitgeloofd voor de gouden tip die zou leiden tot de ontmaskering en de veroordeling van de dader. Het geld kwam niet van de organisaties zelf, maar van leden en donateurs die er alles voor over hadden om de waarheid aan het licht te brengen en gerechtigheid te doen geschieden.
Een kroongetuige vertelde aan Landschap vzw hoe hij in het voorjaar van 2019 door een jager van WBE De Zandhaas staande was gehouden aan de rand van de verboden zone op het militair domein. De wandelaar kreeg de nadrukkelijke boodschap om niet verder te gaan omdat de jager en zijn maat “daar op de wolf aan het jagen waren”. Met ‘daar’ bedoelde de chauffeur wel degelijk de no-gozone van het militair domein, waar elke vorm van jacht verboden was en waar – althans buiten de weekends – met scherp werd geschoten. Zelfs de boswachters kwamen er nauwelijks. Het was bekend dat Naya daar haar nest had.

Zoals dat altijd gaat in zulke gevallen, werden de instructies gebruld door het openstaande venster van een terreinwagen. Naast de jager stond een geladen jachtgeweer. In een emmer lagen vleesbrokken die bedoeld waren als lokvoer.
Nadat de man zijn instructies had gebruld, stoof hij weg, recht de verboden zone in. Hij had er geen benul van dat hij werd herkend door de persoon die hij had gesommeerd om weg te blijven.
De datum was 26 mei 2019. Die middag was Naya nog in leven, maar niet meer voor lang.
Toen eind september de dood van Naya werd bekendgemaakt, doken nog meer verklaringen op. Een andere jager – ‘de maat’ van de eerste – had zitten opscheppen over zijn rol in de verdwijning van Naya, een rol waar hij overigens heel trots op was. Verschillende mensen waren getuige van die moordclaim. Toen de premie van 30.000 euro voor de gouden tip via de media wereldkundig werd gemaakt, stapten zij naar de Natuurinspectie en de politie om aangifte te doen tegen ‘de maat’.
Oeps.
De getuigen werden uitgenodigd voor verhoor, eerst door de Natuurinspectie van het ANB, later ook door de federale gerechtelijke politie in Hasselt. Er werd een onderzoeksrechter op de zaak gezet. Landschap vzw, Vogelbescherming Vlaanderen en de Vlaamse overheid stelden zich burgerlijke partij om de zaak op de voet te kunnen volgen en te gepasten tijde inzage te krijgen in het dossier.
Maar de molen van politie en gerecht maalt traag, tergend traag. Toen de feiten al bijna een jaar oud waren, brak de coronacrisis in alle hevigheid los. Het zou uiteindelijk tot mei 2020 duren vooraleer de kroongetuige werd verhoord. Al die tijd bestond de kans dat bewijzen zouden verdwijnen.
Het sprak voor zich dat het karkas van de wolf al meteen na de feiten werd opgeruimd. In de natuur zou het al snel weggewerkt zijn door aaseters – zoals vossen, wilde zwijnen en buizerd – maar volgens een hardnekkig gerucht in het jagersmilieu wilden de daders dat risico niet nemen. In het circuit klinkt het dat het kadaver in de tuin van een van de Zandhazen werd verbrand in een open olievat.
Zonder in details te treden kunnen we vertellen dat er nog ander, cruciaal bewijs is. Alleen dreigt ook dat te verdwijnen als het onderzoek lang blijft aanslepen. Tegen beter weten in willen we nog altijd geloven dat het gerecht zijn werk zal doen en met resultaten zal komen. Maar net als tijdens de verdwijning van Naya is het gezegde ‘geen nieuws, goed nieuws’ hier niet van toepassing.
Op basis van de getuigenverklaringen is een heel sterk dossier gebouwd tegen de daders, maar er zijn dringend enkele onderzoeksdaden op het terrein nodig om de bewijslast verder aan te vullen. Was het een moord op een mens geweest, dan zat de dader al lang achter slot en grendel, maar de moord op een wolf is slechts een overtreding van het Natuurdecreet – weliswaar een van de zwaarste categorie.
We kunnen niet anders dan concluderen dat schendingen van het Natuurdecreet geen prioriteit zijn voor het parket in Hasselt. Het risico bestaat dat de dader er toch nog mee weg komt, ondanks de stapel bewijzen. Er wordt gewoon niet voluit achter de daders gegaan.

Een schietkraam zonder toezicht
Als de aankomst van Naya in hellhole België al wereldnieuws was, dan was haar tragische dood dat nog des te meer. En ook nadien bleef Naya de actualiteit bepalen. De jager die haar doodschoot, had er geen benul van wat hij in gang zou zetten.
Na de laffe moord op de wolvin eisten Landschap vzw, Vogelbescherming Vlaanderen, Natuurhulpcentrum Oudsbegen en Animal Rights een onmiddellijk moratorium op de jacht in het wolvengebied.
Toen wolvin Naya begin januari 2018 Vlaanderen binnenliep, was de Vlaamse overheid daar op geen enkele manier op voorbereid, ondanks de herhaalde waarschuwingen sinds 2011 dat de wolf op weg was. Het kabinet van Vlaams minister Joke Schauvliege lachte de voorspellingen weg: ze zouden het probleem wel oplossen als het zich voordeed.
Op 4 januari 2018 werd niet meer gelachen toen bleek dat het meest iconische van alle Europese zoogdieren was teruggekeerd naar Vlaanderen en bovendien van plan was te blijven. Vlaanderen had op dat ogenblik zelfs geen aanzet tot een wolvenplan.
In zeven haasten werd zo’n plan klaargestoomd – op korte termijn vooral bedoeld om een totale blamage voor de minister te voorkomen als er in het Vlaams Parlement kritische vragen zouden komen over het ontbreken van een wolvenplan. Alle denkbare actoren werden rond de tafel gezet om het document snel goed te keuren. Uiteindelijk werd het Vlaams wolvenplan een degelijk document, maar dat was geheel de verdienste van de opstellers ervan, zeker niet die van de toenmalige minister.

In de grote natuurkernen binnen het wolventerritorium – 2 grote militaire domeinen en domeinbos Pijnven – werd een cameranetwerk geïnstalleerd om degelijke monitoring mogelijk te maken. Beleidsmatig werd er echter bitter weinig actie ondernomen: het was vooral business as usual.
Ja, er kwam voorlichting over preventie van wolvenschade en er volgden andere sympathieke acties waar niemand tegen kon zijn. Maar in het hart van het wolvengebied mochten jagers ondertussen nog altijd drukjachten op everzwijnen organiseren alsof er nooit iets was veranderd. Jagers bleven genieten van alle privileges, zoals het bezetten van hoogzitten en het betreden van het terrein met terreinwagens. Dat mocht zelfs in de schemering en ‘s nachts, het moment waarop wolven het actiefst zijn. Het hele jaar door bleef het wolventerritorium een groot schietkraam zonder noemenswaardig toezicht.
In al zijn naïviteit had het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) de zorg voor de wolven toevertrouwd aan de actoren die op het terrein het grootst in aantal waren: de plaatselijke jagers. Dat was een noodgreep, want met slechts een handvol natuurinspecteurs voor heel Limburg was het op voorhand al zonneklaar dat het ANB de noodzakelijke bewaking op het terrein nooit zou kunnen waarmaken. Jagers staan erom bekend dat ze geen pottenkijkers dulden. Als zij zich agressief zouden opstellen tegenover iedereen die het terrein nog maar zou naderen, dan was dat meteen de beste garantie dat er geen ‘onbevoegden’ in de buurt van het nest zouden komen. Bovendien hadden ze beloofd om goed voor de wolven te zorgen. Wat kon er mis gaan?

Nochtans maakte een deel van de Vlaamse jagers er al van dag één geen geheim van dat ze de wolf liever kwijt dan rijk waren. Ze deden er alles aan om te suggereren dat de wolven waren uitgezet – dat het met andere woorden geen echte waren. Ondanks hard wetenschappelijk bewijs dat Naya, Roger en August zwervers waren die via Nederland uit Duitsland waren gekomen, bleven tal van jagers op sociale media verklaren dat de wolven waren uitgezet.
Het ANB nam een enorm risico door jagers mee verantwoordelijk te maken voor het opvolgen van de wolven terwijl de websites en sociale media van de jagerij bol stonden van de doodsbedreigingen aan het adres van de wolven. In ruil voor het doorspelen van waarnemingen – die weinig bijbrachten omdat de camera’s al hetzelfde deden – en de belofte dat ze de wolven met rust zouden laten, konden de jagers hun gang blijven gaan alsof er nooit wat was veranderd: haast onbeperkte toegang, met alle middelen, op eender welk tijdstip, dag en nacht. Ze moesten alleen een beetje wegblijven uit het schietterrein waar de militairen met echte munitie schieten, maar dat is – althans op papier – nooit anders geweest.
Als je weet dat de voorzitter van De Zandhaas de hele wereld afreist om de meest gore slachtsafari’s te beleven en trofeeën mee naar huis te brengen, en dat met name het wolvengebied in Kirgizië een van zijn favoriete bestemmingen is, dan was het misschien niet erg wijs om uitgerekend aan die groep een stuk verantwoordelijkheid over de allereerste Vlaamse wolven toe te vertrouwen. En dat is nog heel beleefd uitgedrukt.

Feit is dat de Vlaamse overheid in 2019 heeft gefaald. Zwaar heeft gefaald zelfs. Eenvoudiger kon het nochtans nooit worden: één groot, relatief aaneengesloten wolvengebied, met daarin ruwweg 10.000 hectare kernnatuur, integraal beheerd door slechts één instantie, de Vlaamse overheid zelf. Jazeker, het is de Vlaamse overheid zelf die op haar grondgebied moet toezien op de duurzame instandhouding van Europees beschermde soorten. Zij heeft alle troeven in handen om die opdracht tot een goed einde te brengen: belastinggeld, personeel, knowhow.
Uitgerekend die Vlaamse overheid ging compleet de mist in. Dat is nu eenmaal wat er gebeurt wanneer je liever jagers faciliteert dan je eigen boswachters en natuurinspecteurs de middelen te geven die ze nodig hebben om een duurzame staat van instandhouding af te dwingen. Zeker bij de Natuurinspectie is het personeelstekort hemeltergend. Drie natuurinspecteurs voor heel Limburg kunnen onmogelijk de klok rond een hele provincie in de gaten houden. Handhaving is geen 9-to-5-opdracht: het wordt pas menens als de zon onder gaat en het weekend aanbreekt.
Wanneer je de nachtelijke jacht op everzwijnen toelaat, het hele jaar door en met alle middelen, wordt handhaving per definitie onmogelijk. Het alibi om bij nacht en ontij met een geladen jachtgeweer een hoogzit te bemannen, is immers altijd hetzelfde: “We waren op wilde zwijnen aan het jagen”.
Net daarom eisten Landschap vzw en de andere natuurverenigingen na de dood van Naya een onmiddellijk moratorium op de jacht in het wolvengebied. Wij wilden erger voorkomen, want wolf August was immers nog aanwezig in het wolventerritorium. Elke dag liep hij het risico om hetzelfde lot te ondergaan als Naya. Bij ongewijzigd beleid was het slechts een kwestie van tijd voor Vlaanderen ook zijn laatste levende wolf zou verliezen.
Alleen met een totaalverbod op jacht in het hele wolventerritorium was er enige kans op een ‘doorstart’ van de prille wolvenpopulatie in Vlaanderen. Er was immers nog een kans dat in de komende maanden of jaren een zwervende wolvin het territorium van August zou weten te vinden. Maar evengoed was het mogelijk dat Vlaanderen en het ANB geen tweede kans zouden krijgen en dat August Vlaanderen zou inruilen voor een regio die wél kon instaan voor de veiligheid van zijn wolven.
Tegelijk pleitten de natuurverenigingen voor een onmiddellijke versterking van de Natuurinspectie in het wolvengebied – en daar pleiten we nog altijd voor. Eigenlijk zou de Natuurinspectie in héél Limburg drastisch versterkt moeten worden om de pakkans van malafide figuren de hoogte in te jagen. Nu het almaar waarschijnlijker wordt dat wolven zich de komende jaren ook in andere delen van Limburg gaan vestigen, zal alleen al deze soort voor extra werk zorgen. Het kan niet de bedoeling zijn dat andere dossiers ondertussen niet worden opgevolgd. En ook in de Antwerpse Kempen en Vlaams-Brabant kan de overheid die versterking maar beter al gaan voorbereiden.
Voorts mag het Agentschap voor Natuur en Bos eens nadenken over de vraag of het nog wenselijk is om het grote publiek de toegang te verbieden tot zogenaamde rustgebieden om die dan vervolgens wél open te stellen voor cowboys met jeeps en jachtwapens. Wij eisen niet minder dan dat rustgebieden ook effectief rustgebieden zijn en dat er voor jagers geen andere privileges gelden dan voor gewone burgers.
Gelukkig is er hoop.
Inmiddels hebben de verkiezingen van 2019 een nieuwe Vlaams minister voor Omgeving, Energie, Toerisme en Justitie opgeleverd: Zuhal Demir. Eindelijk is er een kans op een trendbreuk na een decennium van stilstand en zelfs achteruitgang.
Landschap vzw en de andere natuurverenigingen zijn nog altijd boos op de Vlaamse overheid, maar we zullen op het juiste moment aankloppen bij minister Demir. Zij is niet bezwaard door het verleden of door banden met belangengroepen. Bovendien is zij afkomstig uit Limburgs wolvengebied. Als beleidsverantwoordelijke is het nu aan haar om het Agentschap voor Natuur en Bos te wapenen. Een zeldzaam Europees icoon verdient de beste bescherming, geen business as usual.
Ondertussen bleef wolf August verweesd achter in het territorium dat hij van Naya had geërfd. Zou hij in het gebied blijven of zou hij op termijn wegtrekken, op zoek naar een nieuwe partner en een nieuw leefgebied waar de overheid wel voor zijn veiligheid kon instaan?
Hij leek nog even te zullen blijven, maar het jaareinde naderde en het volgende paarseizoen kwam eraan. Niets was nog zeker, maar veel kenners gaven hem maximaal 6 maanden. Ze voorspelden dat August zou wegtrekken als er niet snel een nieuw vrouwtje in zijn territorium zou opduiken.
Het jaar van de welpen – deel 2
Het jaar 2019 eindigde niet helemaal in mineur voor de wolf. Op de Noord-Veluwe werden wél vijf wolvenwelpen groot, de eerste in anderhalve eeuw. Dat bleef een flinke opsteker. Het zag ernaar uit dat er binnen die roedel jaarlijks nieuwe welpen verwelkomd zouden worden.
Maar ook voor de getormenteerde August zou 2019 uiteindelijk in schoonheid eindigen. Op 19 december vond een jogster op een duin in Oudsbergen te midden van honderden pootafdrukken van honden één afdruk die best wel wat kenmerken van een wolf vertoonde. Ze belde de boswachter en die stuurde via WhatsApp een foto naar het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Bij het INBO konden ze alvast één ding met zekerheid zeggen: als dit een pootafdruk van een wolf was, dan was die zeker niet van August. Als…

Fier stuurde de boswachter de foto van de pootafdruk in Oudsbergen naar het hoofdkantoor in Brussel, waar die al snel terechtkwam bij de woordvoerder. Minuten later werd het kabinet van Vlaams minister Demir gebrieft.
De minister was meteen enthousiast en stuurde via Twitter een bericht de wereld in: “Er is een nieuwe wolf in Limburg. Welkom Noël(la)”.
De naam verwees naar het aanstaande kerstfeest – al blijft het een beetje raar dat net een N-VA-minister haar inspiratie haalde bij de Franse naam voor Kerstmis. Maar in alle eerlijkheid: we hadden zelf geen betere referentie kunnen bedenken.
Bij Welkom Wolf beseften we meteen dat de wolf geen Noël was, maar een Noëlla. De afdruk was te klein voor een mannetje en op basis van één enkele afdruk van een mannelijke wolf hadden de wolvenkenners van het INBO nooit verklaard dat het een andere was dan August. Als het zo duidelijk was dat het INBO meteen die uitspraak deed, dan moest het verschil wel erg groot zijn. En dan was het onvermijdelijk een vrouwtje.
Maar Noëlla verdween weer van de radar. Meer dan die ene pootafdruk is er nooit van haar gevonden.
Wel ontving Welkom Wolf op het ogenblik van de vondst al een jaar lang meldingen van een wolfachtig wezen in een heel groot gebied ten zuidoosten van het gekende territorium van August. Die meldingen waren al begonnen in januari 2019, toen Naya nog in leven was, en ze bleven binnenkomen.
Eigenlijk was het voorbarig om op basis van één pootafdruk een nieuwe wolf uit te roepen. Maar goed, Noëlla was gelanceerd en het was wachten op verdere bevestiging. In het slechtste geval lazen we later wel ergens dat Noëlla wellicht verder was getrokken.
Een spoor van dode schapen
Op 21 december 2019, enkele dagen voor Kerstmis, kreeg Welkom Wolf kort na elkaar twee meldingen van een wolf in Lichtaart en Lille, twee dorpen in de Antwerpse Kempen. De waarnemingen waren zo overtuigend dat vrijwilligers van Landschap vzw meteen ter plaatse gingen om sporen te zoeken op braakliggende maïsakkers. Ons vermoeden werd bevestigd: hier liep wel degelijk een Europese wolf.
De afmetingen van de pootafdrukken deden vermoeden dat het een vrouwtje was. Maar als ze August wilde vinden, ging ze wel de verkeerde kant op. Diezelfde dag nog kruiste ze de E34 Eindhoven-Antwerpen en belandde ze in Zoersel, waar ze een paar nachten zou blijven. Daar pakte ze al meteen twee ochtenden na elkaar, op 22 en 23 december, een schaap. Zo liet ze ook haar DNA achter.
Uit dat DNA zou later blijken dat het inderdaad om een wolvin ging en dat ze al een lange reis achter de rug had. In de Europese database stond ze bekend als GW1479f. Ze was in mei 2018 geboren in de Gohrischheide-roedel in de Duitse regio Lausitz, de streek rond Dresden.
Nadat ze haar ouderlijke roedel had verlaten, liep de jonge wolvin helemaal naar het noordwesten van Duitsland. Daar liet ze haar DNA voor het eerst achter op een doodgebeten schaap.
Op 14 december werd ze gefotografeerd in Heijen, in Nederlands Noord-Limburg, tegen de drukke A77, vlak bij de Maasduinen. Wolvin Naya en wolf Roger waren langs nagenoeg dezelfde plek gepasseerd op hun route naar Belgisch Limburg. Diezelfde ochtend was de nieuwe wolvin ook iets noordelijker, in Ottersum, waargenomen terwijl ze de weg overstak met een prooi.
Op 18 en 19 december beet ze in Venhorst en Boekel, ten noordoosten van Eindhoven in Noord-Brabant, telkens één schaap dood en liet haar DNA achter als visitekaartje. Iets zuidelijker, in De Mortel, maakte iemand een filmpje van een dier dat wel eens een zwervende wolf zou kunnen zijn.
Bij Welkom Wolf wisten we hoe laat het was. In de dagen die volgden, waren we extra waakzaam voor waarnemingen in het noorden van Belgisch Limburg en de Antwerpse Kempen. De waarnemingen in Lichtaart, Lille en Zoersel op 21 december kwamen niet echt als een verrassing.
De wolvin was beland in Zoersel, een regio die wel rijk is aan kleinere boscomplexen en zelfs een paar stevige natuurgebieden, maar waar je met de beste wil ter wereld geen 10.000 hectare kernnatuur aan elkaar krijgt gebreid als basis voor een nog veel groter wolventerritorium. Het liet zich dus voorspellen dat de nieuwe wolvin er niet zou blijven.
De wolf wint de verkiezingen
Een wolvin in Zoersel! De Antwerpse Kempen stonden in rep en roer. De krant ‘Het Laatste Nieuws’ liet een peiling uitvoeren bij 1.000 inwoners van Zoersel en buurgemeente Malle en concludeerde dat maar liefst 48% van de inwoners de wolf welkom heette. Dat was dus nadat de wolf twee nachten op rij een schaap had gepakt en vóórdat Welkom Wolf zelfs maar de kans had gekregen om ter plaatse infowandelingen te organiseren.
Dat was geen slechte score en naar ons gevoel was het een correcte weergave van de reële verhouding pro en contra wolf onder de bevolking.
Opnieuw bleek dat er ter wereld geen regio is waar wolven zo welkom zijn als in Vlaanderen. Het is niet omdat enkele fervente no-wolvers af en toe veel kabaal maken, dat een meerderheid van de Vlamingen niet openstaat voor het samenleven met grote roofdieren.
De inwoners van Zoersel en Malle kun je bezwaarlijk beschouwen als stadsmensen zonder kennis van de natuur, zoals de tegenstanders van de wolf de voorstanders graag afschilderen. Het zijn twee gemeenten die het midden houden tussen heel landelijk en licht verstedelijkt: een mooie doorsnede van de rest van Vlaanderen.
Kangoeroe voor kerst
Op kerstavond dat jaar passeerden medewerkers van Welkom Wolf op weg naar hun kerstdiner nog langs Zoersel, waar cameraploegen van VRT, ATV en RTV ons stonden op te wachten in de buurt van twee ten prooi gevallen schapen.
Gekker moet het niet worden, denk je dan. Maar gekker kan het altijd, zo zou snel blijken. De volgende ochtend, op kerstdag, rinkelde opnieuw de telefoon in ons wolvenmeldpunt. Een gezin uit Balen-Schoorheide was ervan overtuigd dat hun Bennettwallaby’s – kleine kangoeroes – waren gepakt door een wolf. En inderdaad, Balen-Schoorheide ligt niet ver van Lommel-Kerkhoven, het uiterste noordwestelijke hoekje van het territorium van wolf August.
Hoe onwaarschijnlijk het ook leek dat August het kanaal van Beverlo was overgestoken om zichzelf buiten zijn Limburgse territorium te trakteren op een bijzonder kerstdiner, toch besloten we om naar Balen te rijden. Je wist maar nooit. Wolven hadden ons al vaker verbaasd en ze zouden dat ook blijven doen.
Bovendien ontwikkel je op den duur een zesde zintuig dat al aan de telefoon het onderscheid maakt tussen onzin, een goed bedoelde maar foute waarneming, en een echte waarneming. Het wallabyverhaal uit Balen klonk zo overtuigend dat we die ochtend – nog altijd de ochtend van kerstdag – ook Joachim Mergeay belden. Joachim is de geneticus van INBO. We deelden hem mee dat hij maar beter een setje DNA-swabs in de kofferbak van de familievan gooide mocht hij vandaag op bezoek gaan bij zijn ouders.
Toen we aankwamen in Balen toonde de eigenaar van de wallaby’s ons meteen de ren met minikangoeroes. Eén wallaby, een witte, bloedde aan zijn oor en zag er verschrikkelijk zielig uit, de enige andere witte was helemaal verdwenen. “Meegenomen door de wolf, meneer.”
Van de grijze wallaby’s was de wolf netjes afgebleven. Toch was de hele wallabyfamilie behoorlijk getraumatiseerd, volgens de eigenaars. Zij waren zelf ook nog lang niet bekomen van wat er tijdens kerstnacht was gebeurd.
Intussen was er wel al duidelijkheid over de oorzaak: een ervaren spoorzoeker was al even langs geweest. Zijn conclusie: de sporen op de akker naast de ren van de wallaby’s waren van een wolf met een welp erbij. Geen twijfel mogelijk. Er waren twee soorten pootafdrukken te zien, met een duidelijk verschil in grootte. Wolf en welp dus.
Die ervaren spoorzoeker was dan toch wel heel snel ter plaatse, want zelf stonden we een goed uur na de telefonische melding al in Balen. Tegen die tijd was de spoorzoeker alweer spoorloos. Navraag achteraf leerde dat het om een plaatselijke jager ging.
Het is niet zo dat wij als medewerkers van Welkom Wolf onszelf zouden omschrijven als ‘ervaren spoorzoekers’, maar intussen waren we toch wel ervaren genoeg om maar één spoor te zien, geen twee. Er waren heel grote afdrukken van voorvoeten en iets kleinere afdrukken van achtervoeten te zien – van dezelfde wolf welteverstaan. Maar welpensporen? Het was hartje winter. Wolvenwelpen, die uitsluitend in het voorjaar worden geboren, zijn ten laatste in november volgroeid.
Het kostte ons enige moeite om het verhaal van de wolf-met-welp te weerleggen, maar uiteindelijk zagen de eigenaars in dat de ervaren jager-spoorzoeker toch niet zo ervaren was. Zelfs Google wist te vertellen dat wolvenwelpen in december niet bestaan.
De omheining van de wallaby’s was degelijk uitgevoerd, twee meter hoog, maar zonder schrikdraad, dus niet wolf-proof. Toch verwacht je niet dat een wolf daar zomaar overheen springt. Dat had hij ook niet gedaan: hij had zich een weg onder de omheining gegraven.
Waren de sporen op de akker niet zo overtuigend, dan hadden we nog alle opties open gehouden – zeker ook een vos of een hond – maar er waren genoeg redenen om aan wolf te denken en opnieuw te bellen met Joachim Mergeay van het INBO. Die was inmiddels effectief met vrouw, kinderen én DNA-swabs onderweg naar zijn ouders om kerst te vieren.
Ondertussen bereikte ons ook het bericht dat er in Zoersel opnieuw een schaap was gepakt en dat andere medewerkers van het INBO daarnaartoe reden. Er waren dus nog meer ouders en schoonouders die de kerstkalkoen nog even op de warmhoudstand mochten zetten wegens een wolf.
Wat relevanter was: de wolvin van Zoersel kon niet tegelijk in Balen zijn geweest. Daarmee kwam August nog meer in beeld als verdachte van de wallabymoord.
Zodra de keukenplanning van zijn moeder het toeliet, sloop Joachim weg van het kerstdiner om zijn laarzen aan te trekken. Toen hij aankwam in Balen ondervond hij al snel dat een DNA-staal nemen op een levende wallaby een heel andere discipline was dan een staalname op een dood schaap. Skippy sprong weg en was duidelijk niet van plan om zijn bloedende oor te laten bemonsteren vóór de kalkoen van moeder Mergeay door en door gaar was.
Gelukkig kwam een vriend des huizes die ook wallaby’s hield ter hulp met een vangnetten en een transportkist. De ontketende wallaby overmeesteren leek plots een koud kunstje: zoals een grote, snelle vlinder vangen met een ambitieus geconstrueerd net. Eindelijk kon Joachim zijn staal nemen.
Doordat het hele tafereel inmiddels de aandacht van de buurt had getrokken en de veearts die als eerste ter plaatse was gekomen ook gretig zijn verhaal deed, besloten we om zelf de pers op de hoogte te brengen. De krantenkoppen van de volgende dag lieten zich al voorspellen: ‘Wolf eet wallaby als kerstdiner’.
Terwijl Joachim namens het INBO de ploegen van VRT en VTM te woord stond, kregen we telefoon van een Australisch persagentschap. Of we eens kort konden uitleggen hoe het mogelijk was dat een wilde Europese wolf een kangoeroe had gepakt? Toegegeven, die hadden we niet zien aankomen. Eigenlijk was daar ook geen zinnige uitleg voor – tenzij je kunt verklaren waarom we in godsnaam Australische dieren willen houden in een voortuin in Balen. Later die dag bleek dat de wallabymoord in Balen zelfs de Japanse media had gehaald.
Het DNA-staal uit het oor van skippy zou de puzzel uiteindelijk oplossen: August was die dag inderdaad in Balen geweest en had de collega van Skippy meegenomen.
Extra drama: enkele dagen later stierf ook Skippy zelf, hoewel hij ogenschijnlijk geen ander letsel had opgelopen dan een scheurtje in zijn oor.
Daarmee was de kerstsaga van 2019 echter nog niet voorbij. De volgende ochtend, op tweede kerstdag, werd er gebeld voor een dood schaap in Balen-Ongelberg.
De logica dicteerde dat August in de buurt was blijven rondhangen en dat hij even verderop een nieuwe prooi had gepakt. Dit keer zagen de Limburgse boswachters van het ANB hun kerstdagen dooreengeschud om in Balen DNA-stalen te nemen.
Maar wat bleek achteraf? Niet August, maar de nieuwe wolvin uit Zoersel was de dader. In één etmaal was zij helemaal van Zoersel naar Balen-Ongelberg gelopen. Die afstand bedraagt in vogelvlucht 40 kilometer, maar op het terrein is dat veel meer.
Die situatie fascineerde ons heel erg. Nooit eerder had August zijn Limburgse territorium verlaten. Meer dan 500 dagen aan een stuk was hij aan de andere kant van het Kanaal naar Beverlo gebleven. Wat deed hij die ene dag dan op het grondgebied van buurprovincie Antwerpen? Uitgerekend op die ene dag dat vanuit de Antwerpse Kempen een wolvin kwam aangelopen? En waarom koos de wolvin uit Zoersel uitgerekend die richting, terwijl ze 360 graden had om uit te kiezen?
Er waren twee mogelijkheden: stom toeval of de zintuigen van wolven hebben capaciteiten die wij niet voor mogelijk houden.
Opeens ging het snel. Een dag later al, op 27 december 2019, werd de nieuwe wolvin gefotografeerd door een cameraval binnen het territorium van August in Limburg. De wind waaide uit het oosten en dat was de perfecte windrichting om haar vanuit Balen naar het territorium van August in Limburg te loodsen.
De nieuwkomer liet er geen gras over groeien. Ze hing dagenlang rond bij een markeerplek van August. Waar hij doorgaans zijn drollen achterliet, deed zij een plasje om haar aanwezigheid kenbaar te maken. Als hij hier de volgende keer zou langslopen, zou hij haar bericht ongetwijfeld ontvangen. Zelf had ze natuurlijk al lang gecheckt of er naast de reu al geen andere, gevestigde wolvin aanwezig was, maar het antwoord is negatief.
De weg naar een romance lag open.
Feromonen en de wind
Hoe kunnen twee wolven zich bewust worden van elkaars aanwezigheid als er tientallen kilometers tussen hen in zitten?
Zelfs als je aanneemt dat de ene de andere op die enorme afstand zou kunnen waarnemen door feromonen die worden meegedragen door de wind, hoe kan de tweede dan de eerste tegen de wind in waarnemen?
Welkom Wolf zocht het uit op basis van meteogegevens van die week en wat blijkt? Op 25 december 2019 blies de wind overwegend van het noordwesten naar het zuidoosten, van Zoersel naar Balen zeg maar. Het volgende etmaal blies de wind inderdaad in de tegenovergestelde richting, van het zuidoosten naar het noordwesten, of dus van Balen naar Zoersel.
De meteogegevens van 25 december kunnen misschien helpen verklaren waarom August die dag redenen had om aan te nemen dat er een wolvin aanwezig was voorbij de westelijke grens van zijn territorium en waarom hij daar een kijkje ging nemen, voor het eerst in 500 dagen. Hij is er nadien ook nooit meer teruggekeerd.
Dat de wind nadien in exact de tegenovergestelde richting blies, kan mogelijk uitleggen waarom de wolvin uit Zoersel de volgende nacht plots koers zette naar Balen. Het houdt allemaal steek, maar alleen als je durft aan te nemen dat ze elkaar op 40 kilometer afstand kunnen waarnemen met behulp van ‘iets’ dat door de wind wordt gedragen.
Is dat harde wetenschap? Allesbehalve. Is het een te onderzoeken piste? Zeker en vast. Want een andere verklaring is er voorlopig niet en zo veel toeval bestaat niet.
Noëlla is Noëlla niet
De aankomst van de nieuwe wolvin sloot wonderwel aan bij de tweet van minister Demir van 19 december: “Welkom Noël(la)!” Daarom kreeg de nieuwe wolvin de naam Noëlla.
Niets mis mee, want ook deze wolvin arriveerde net voor Kerst. Maar het is wel 100% zeker dat de nieuwe Noëlla een andere is dan degene die op 19 december haar pootafdruk zou hebben achtergelaten op het duin in Oudsbergen. Toen liep de tweede Noëlla immers nog door Nederland.
Noëlla is dus eigenlijk Noëlla niet, maar wat doet het ertoe? Iedereen is blij met de nieuwe wolvin. Als de eerste Noëlla ooit nog boven water komt, krijgt ze vast wel een andere mooie naam.
2019 begon mooi, met twee zwangere wolvinnen in de Lage Landen: een in de Veluwe en een in Belgisch Limburg. Bijna simultaan werden voor het eerst in meer dan anderhalve eeuw op beide plaatsen wolvenwelpen geboren.
Een maand later evolueerde 2019 naar een dramatisch jaar, met de moord op een wolvin en haar welpen in België. De commotie daarover zou de rest van het jaar beheersen.
Enkele dagen vóór oudjaar zag de toekomst er plots weer wat rooskleuriger uit. Zou weduwnaar August als een blok vallen voor de nieuwe wolvin? Zou zij hem ook leuk vinden? Want als je een mannelijke en een vrouwelijke wolf bij elkaar zet, heb je wel een paar wolven, maar nog lang geen wolvenpaar. Er moet een klik zijn, hun karakters moeten matchen. Pas als dat goed zit, kan er aan voortplanting worden gedacht.
Zou het ervan komen? Zou 2020 het nieuwe jaar van de welpen worden?